De Europese regeringsleiders maakten deze maand bekend dat ze veel meer militair willen samenwerken.

Er komt géén Europees leger (zoals bijvoorbeeld D66 graag wil), en ook de NAVO wordt niet vervangen.

Wel komt er meer ruimte voor gezamenlijke missies, in ingewikkeld EU-jargon een ‘permanent gestructureerde samenwerking’.

De Europese strijdkrachten zijn divers. In structuur, capaciteit en omvang. Een kort overzicht van de Europese legers:


De EU heeft geen permanent leger, maar werkt nu ook al veel samen. Zoals in 2008 en 2009 in Tsjaad.


De leiding over het leger is anders geregeld per land. In Nederland is de regering de opperbevelhebber, in andere landen zoals Frankrijk is de president dat.


Niet elk land geeft hetzelfde uit aan het leger. Dit is hoeveel procent van het bruto binnenlands product EU-lidstaten in 2015 uitgaven aan Defensie. De NAVO-norm van 2 procent wordt verre van gehaald. Nederland zit ook onder het EU-gemiddelde van 1,4 procent.


Het is geen grote verrassing dat de grotere EU-landen ook grotere troepenmachten hebben. Frankrijk heeft het meeste actief personeel, de Britten de meeste inzetbare troepen.


Soms wordt er ook wel eens materieel uitgeleend. Hier vindt een oefening plaats met een Duitse tank, bemand door Nederlandse troepen.


Niet ieder land gebruikt dezelfde straaljagers. In totaal beschikt de Europese Unie over ruim 2000 gevechtsvliegtuigen, van verschillende typen.


Nederland heeft 87 F-16's. Die zien er zo uit:


Ook de Europese zeemacht is divers. Nederland is een van de 10 landen met onderzeeërs in zijn bezit.


Zie hier de HMS Ocean, het grootste schip van de Britse marine.